-
1 adoration
adoration [aadorraasjõ]〈v.〉♦voorbeelden:2 être en adoration devant qn. • iemand verafgoden, aanbiddenfaanbidding, verering -
2 reverence
n. respect, diepe eerbied--------v. eerbiedigen, vererenreverence1[ revrəns] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 verering ⇒ respect, (diepe) eerbied, ontzag♦voorbeelden:1 hold someone/something in reverence • eerbied koesteren voor iemand/ietspay reverence to • eerbied bewijzen aan————————reverence2〈 werkwoord〉1 vereren ⇒ eerbied/ontzag hebben voor
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Нидерландский